In de vorige eeuw, tot het begin van de 50-er jaren kende Baarle een tiental sigarenfabriekjes, waaronder Baarl’s Roem van de familie Delahaut en de familie Van Haeren in de Roosakkerstraat.
Leopold Delahaut en Leon Van Haeren besluiten omstreeks dezelfde tijd een fabriekje te beginnen in de Roosakkerstraat. De vroegere naam van dat straatje is Spoorstraat. Ze zitten er eerst in een houten barak. Later, in de 20-er jaren, bouwen ze er een stenen fabriekje. Naast het fabriekje wordt een woonhuis gebouwd. Er werden bijna 8000 sigaren per week met de hand gemaakt. Het straatje werd in de volksmond ook wel ‘Tabaksstraatje’ genoemd.
Kort na de 2e Wereldoorlog stopt Leon Van Haeren zijn bedrijfsactiviteiten bij ‘Baarl’s Roem’. Vanaf dan gaan vader en zoon Delahaut samen verder met het bedrijfje. Dat is ook de verklaring voor het feit dat vóór de Tweede Wereldoorlog op de voorgevel stond geschilderd ‘Tabak- en Sigarenfabriek L. Van Haeren & Delahaut Baarl’s Roem’. Na de oorlog werd die tekst gewijzigd in ‘Tabak- en Sigarenfabriek L.J. Delahaut & Zoon Baarl’s Roem’.
Er werkten in het fabriekje in de Roosakkerstraat altijd tussen de tien en vijftien mensen.
Maar in de vijftiger jaren valt de verkoop van sigaren terug. En dan stopt ook Baarl’s Roem als een van de laatste sigarenfabriekjes van Baarle. Belangrijkste redenen daarvoor zijn de groeiende concurrentie en de sterke groei van machinale sigarenfabrieken